Veelgestelde vragen

Vitens gaat in onze gemeente waterleidingen vervangen. We komen situaties tegen waar de oude leiding (in dit geval een AC leiding) geheel of gedeeltelijk in particuliere kavels liggen. Vitens stelt op deze locaties de oude leiding te laten liggen. Zij registreren de leiding als 'buiten gebruik' en blijven leiding eigenaar.

Welke middelen heeft de gemeente om deze oude leidingen wel te laten verwijderen?

Onze reactie hierop is:

Er zijn twee opties:

  1. De particuliere gronden zijn wel openbare grond (dus openbare ruimte, maar vanuit het kadaster in eigendom bij een particulier). In dit geval kun je op grond van de AVOI of een Kabel en Leiding verordening de vergunning intrekken omdat de leiding definitief buiten gebruik is gesteld, met daarbij de verplichting om de leiding te verwijderen.
  2. De particuliere gronden zijn geen openbare grond (tuinen, afgesloten erven). Daar heb je als gemeente niet zomaar de macht om een leiding te laten verwijderen. Dit is een kwestie die speelt tussen de grondeigenaar en Vitens.

Uiteraard staat het de gemeente vrij om afspraken te maken met Vitens over het verwijderen, maar dan is het onverplicht voor Vitens.

De gemeente heeft in een wijk verouderde warmtenetten liggen. Deze zijn nu nog in gebruik maar worden waarschijnlijk binnenkort buiten gebruik gesteld. De gemeente is geen eigenaar van het net. Vraag is of de netten juridisch gezien moeten worden verwijderd en zo ja op welke termijn? De gemeente wil ze wel verwijderd hebben, maar het liefst als de grond ook om andere redenen geroerd wordt.

Onze reactie hierop is:

Dit is logischerwijs een zeer reële wens, want je wil niet dat de openbare (ondergrondse) ruimte overbodig vol raakt met ongebruikte netten. Zeker warmtenetten met een groot ruimtebeslag wil je niet in de ondergrond als ze niet meer gebruikt worden. 

Anders dan bij telecomkabels is er geen wettelijke regeling die ziet op het verwijderen van ongebruikte kabels of leidingen. Wel is er een bepaling opgenomen in de decentrale regelgeving van deze bewuste gemeente; ‘de Verordening Fysieke Leefomgeving’. In deze verordening is het volgende in artikel 7.2.5. (lid 2 onder a) aangegeven:

‘Het college kan de vergunning wijzigen of intrekken, indien de netbeheerder de leiding definitief buiten gebruik heeft gesteld’.De bestaande warmtenetten is in de gronden aanwezig op basis van een vergunning. Als het net buiten bedrijf wordt gesteld dan kan het college de vergunning intrekken (nadat de gemeente de vergunninghouder heeft gehoord). Als de vergunning wordt ingetrokken moet het net worden verwijderd. De termijn kan de gemeente zelf beslissen, maar er moet wel sprake zijn van een redelijk termijn. 

De gemeente heeft een bouwkavel geruild met een particulier.

In de bouwkavel is een waterleiding aanwezig. Deze leiding ligt binnen de te ruilen bouwkavel met een zakelijk recht.

In de ruilovereenkomst is afgesproken dat de waterleiding wordt verlegd tot buiten de bouwkavel.

Door de gemeente is een nieuw tracé aangewezen in het openbaar gebied.

De netbeheerder wil wel meewerken, maar alleen als de kosten voor het verleggen wordt vergoed.

De gemeente wil best meedenken en vraagt zich af of er iets bedacht kan worden op basis van afschrijving.  De gemeente vraagt zich ook af of zij dit vraagstuk ook op basis van de AVOI kan aanvliegen?

Onze reactie hierop is:

Voor het ruilen van de kavel zal er tussen partijen afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst. Eén van de afspraken is het verleggen van de waterleiding naar openbaar gebied. Bij de afspraken die gemaakt zijn over de grondruiling zullen ook afspraken gemaakt zijn over de kosten. Deze gelden.

Als de ruil is ontstaan vanuit de rechtmatige uitoefening door het college van haar publiekrechtelijke taak, dan kan de netbeheerder een verzoek om nadeelcompensatie bij het college doen. Is de ruil een privaatrechtelijke regeling, dan zal netbeheerder de leiding niet eerder verleggen, dan dat zijn kosten worden vergoed. De verkoop van gronden aan een ontwikkelaar die daarop woningen bouwt waarmee een woningbehoefte wordt ingevuld waar de gemeente op heeft gestuurd met een Woningvisie of structuurvisie is zo’n publiekrechtelijke taak. Het verkopen van grond aan een particulier lijkt dit niet te zijn.

De leiding ligt binnen de bouwkavel met een zakelijk recht en dat betekent dat in beginsel de schade volledig wordt vergoed. Dit geldt voor zowel de bestuursrechtelijke als de privaatrechtelijke regeling. Bij de bestuursrechtelijke regeling is het van belang om na te gaan of er ook delen van de leiding moet worden verlegd buiten de bouwkavel en met welke regeling de leiding in die gronden aanwezig is, mogelijk dat voor die delen de materiaalkosten en het in- en uit bedrijf stellen niet voor vergoeding in aanmerking komt.Bij het verleggen van de leiding is bij zowel de bestuursrechtelijke als de privaatrechtelijke manier de leeftijd van de leiding van belang. Bij het in rekening brengen van de kosten zal de netbeheerder rekening dienen te houden met oud voor nieuw.

Een projectontwikkelaar heeft in Sassenheim een oude Rabobank gesloopt en hier wordt een appartementencomplex gebouwd. Het kabel- en leiding tracé ligt nu nog onder het oude trottoir, maar komt in de nieuwe situatie onder langsparkeervakken te liggen. Dit is onwenselijk dus de kabels en leidingen moeten over een beperkte lengte worden verlegd. De kabels en leidingen liggen dus op gronden van de gemeente.

Kan de projectontwikkelaar zelfstandig of namens de gemeente verzoek doen om de kabels en leidingen te verleggen of kan alleen de gemeente dit verzoek rechtsgeldig doen?

Onze reactie op deze vraag is:

Er zijn verschillende opties, waarvan er ééntje passend zal zijn, afhankelijk van de afspraken met de ontwikkelaar en het achterliggende belang. Voor dat tot de verlegopties wordt overgegaan is op de eerste plaats nog wel van belang om vast te kunnen stellen dat ‘niet wenselijk’ om onder parkeervakken te liggen een noodzaak tot het nemen van maatregelen oplevert en dat dit door de telecomaanbieder ook zo gezien wordt. Dit geldt ook – alleen wat minder strikt – voor andere kabels en leidingen.

Wanneer de noodzaak vaststaat dient één van de volgende sporen gekozen te worden:

  1. De gemeente is zelf opdrachtgever van het werk dat de ontwikkelaar uitvoert. De gemeente kan dan zelf verzoeken, omdat het werk door of vanwege de gemeente plaatsvindt. De kosten komen in dat geval voor rekening van de telecomaanbieder. Met betrekking tot de andere kabels en leidingen kan de gemeente een VTA sturen.
  2. De ontwikkelaar voert zelfstandig een project uit en is zelf opdrachtgever. Als de grond waar de kabels uiteindelijk in komen te liggen nu eigendom is van de gemeente en straks ook, dan kan de ontwikkelaar met betrekking tot telecomkabels alleen een verzoek sturen (waarbij de kosten worden afgewenteld op de telecomaanbieder) als hij van de gemeente een gebruiksrecht heeft gehad om op die gronden werkzaamheden uit te voeren. Andere kabels en leidingen kunnen alleen op verzoek van de gemeente worden aangepast via een VTA, wil je gebruik kunnen maken van de nadeelcompensatieregeling. Dit kan echt alleen als er duidelijk algemeen belang bij is gediend. We komen wel op een hellend vlak op het moment dat de ontwikkelaar van het trottoir parkeerplaatsen maakt omdat dit in zijn anterieure overeenkomst is opgenomen.
  3. De ontwikkelaar is door de gemeente aangetrokken om een project te realiseren dat een woningbouwopgave vervult die vanuit de gemeente is gestimuleerd (visie, bestemmingsplan, etc.). In dat geval kunnen de verzoeken vanuit de gemeente worden gedaan, richting zowel de telecomaanbieder(s) als de overige netbeheerders

Let goed op bij het kiezen van een spoor. Het éénmalig goede vrienden worden met een ontwikkelaar weegt niet op tegen een netbeheerder die er daardoor afloopt en de gemeente niet meer vertrouwt.

De gemeente heeft grond overgedragen aan een partij t.b.v. de bouw van een kerkelijk centrum. Binnen dat perceel zit een kabelverdeelkast. Kan de gemeente de netbeheerder vragen om de kast te verplaatsen of kan alleen de ontwikkelaar (nieuwe eigenaar) dit doen en hoe zit het met de kosten?
Is hier sprake van een maatschappelijk belang en heeft dit invloed op de verlegkosten?

De gemeente voelt zich verantwoordelijk omdat in het verleden vergunning is verleend voor het tracé van de netbeheerder.

Onze reactie hierop is:

Hier is de Telecommunicatiewet van toepassing. De Telecommunicatiewet werkt niet met maatschappelijk belang, maar met een aantal strikte andere criteria:

  • gedoogplicht
  • noodzaak
  • door of vanwege

In dit geval is de gemeente door de overdracht van de gronden niet meer gedoogplichtig (tenzij de grond nog openbare grond is en door de gemeente wordt beheerd). Als de gemeente niet de opdrachtgever is voor het werk, dan wordt het werk ook niet door of vanwege de gemeente uitgevoerd. Waarschijnlijk wordt het werk door de ontwikkelaar/organisatie gerealiseerd die nu ook de eigenaar is. Als dat zo is dan blijft alleen het vinkje nog over voor de noodzaak. Als de kast een conflict vormt met het op te richten gebouw, dan kan de grondeigenaar die zelf het werk gaat oprichten een verzoek aan de netbeheerder verzenden, die dan op eigen kosten de kast dient te verplaatsen.

In de wet is ook een regeling opgenomen waarbij de gemeente in verband met de verkoop van grond aan een ander alvast een verzoek kan sturen voor de verplaatsing. Eén van de belangrijkste criteria op dat moment is dat er een ontvankelijke omgevingsvergunning voor het werk ligt. Omdat de grond al is overgedragen is deze optie niet mogelijk.

Dus: de nieuwe eigenaar dient zelf een verzoek te sturen.

Wat het verantwoordelijkheidsgevoel betreft, kunnen wij daar het volgende over zeggen.

In artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet staan grofweg twee opties:

Lid 1:   verzoek van de gedoogplichtige voor zijn eigen werk. De kast valt overigens onder de definitief van openbaar elektronisch communicatienetwerk en ook onder ‘kabel’.

Lid 2:   verzoek van de huidige grondeigenaar die bouwrijp oplevert aan een ontwikkelaar.

Aan beide opties hangen criteria die wel allemaal moeten kloppen, dus een al te makkelijk verzoek is risicovol.

Over het verantwoordelijkheidsgevoel kunnen wij zo zonder verdere casus niet oordelen, maar in de basis is het zo dat je als gemeente de objecten moet gedogen. Daar staat tegenover dat een telecombedrijf wel eens op eigen kosten zijn objecten moet aanpassen. Dat is nu eenmaal het stelsel van de Telecommunicatiewet, waarin balans is aangebracht tussen aanleg en verleggen.

Als je als gemeente je verantwoordelijkheid wil laten toetsen (er zijn natuurlijk altijd wel situaties waarin het niet redelijk is om een telecommer op kosten te jagen) dan kunnen we ofwel:

  • vanuit de BOEI producten een Impactanalyse doen (dit is voor de gemeenten die met BOEI werken), of

een Situatiescan te laten doen, om te voorkomen dat je als gemeente op een verkeerde keuze wordt gewezen door de netbeheerder.

De volledige vraagt luidt: Een particulier wil een (bio)gasleiding aanleggen van zijn boerderij naar een bedrijventerrein. De leiding ligt gedeeltelijk in openbare grond. De netbeheerder Enexis Gas wil dit netwerkje niet opnemen in zijn grote netwerk omdat het te klein is en buiten zijn normale bedrijfsvoering (reparatie, verantwoordelijkheid etc. ) Moet de gemeente deze aanleg accepteren en wat zijn de voorwaarden voor deze particulier. De kans is groot dat over een paar jaar niemand meer weet van wie deze leiding is en wie verantwoordelijk is voor verleggingen en schades.

Onze reactie hierop is: Het lijkt ons niet goed mogelijk om te anticiperen op mogelijke faillissementen van bedrijven die biogasnetten willen aanleggen. De vraag speelt in een overgangsperiode in de wetgeving voor gas en elektra. Hierbij wordt de wet aangepast aan de ‘energietransitie’.

In zowel de bestaande als de nieuwe situatie ligt het belang waarop je stuurt in jouw vraag, bij de netbeheerders en de ACM. De ACM verleent ontheffing aan partijen die een net willen beheren en dit net niet willen overdragen aan de regionale netbeheerder. Wat ons betreft ligt daar ook de oplossing voor het vraagstuk. Voordat je vergunning verleent voor de aanleg wil je graag weten of het haalbaar is. Laat degene die iets wil aanleggen aantonen dat hij voldoet aan de eisen van de Gaswet en laat de netbeheerder adviseren, om een beeld te krijgen van de situatie.

Aanvulling op 12 maart 2019
Op deze vraag hebben wij op 12 maart 2019 de volgende aanvulling gegeven:

  • Of je een private leiding toelaat is een keus die de gemeente maakt. Als het gaat om duurzame initiatieven adviseren wij om dit wel te doen (energietransitie).
  • Als je private netten wilt toestaan dan is het logisch dat je je afvraagt hoe dat dan in zijn werk gaat, want je wil geen onveilige situaties. Hierbij moet je goed bedenken welke verantwoordelijkheid jij als gemeente hebt en waar de andere verantwoordelijkheden liggen.
  • De netbeheerder is vanuit de wet (Elektriciteitswet, Gaswet, Warmtewet) verantwoordelijk voor de veiligheid en bruikbaarheid van zijn net. Er gelden vanuit de wet strenge eisen. Je kunt sowieso niet zomaar netbeheerder worden. Je zult ofwel aangewezen moeten worden als netbeheerder (dit zijn de Lianders, Cogassen, Enexisen etc.), of een ontheffing moeten hebben als 'particulier'. Daarnaast hebben de genoemde wetten een toezichthouder, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) die strikt toezicht houdt.
  • De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid en bruikbaarheid van de weg. Dit betekent - in ieder geval volgens de AVOI - dat jullie toezicht houden op de openbare ruimte, op de ondergrondse ordening en of alles daar wel veilig gebeurt.

Als je een aanvraag krijgt voor een vergunning, dan kun je als gemeente niet gaan toetsen op zaken die niet horen bij je taak. Het is dus niet mogelijk om eisen te stellen die de Gas- en Elektriciteitswet (en Warmtewet) stellen aan hoe een netbeheerder zijn net dient te exploiteren. Wel kun je op basis van jouw taak als hoeder van de openbare ruimte nagaan of je te maken hebt met een partij die op de hoogte is van zijn verantwoordelijkheden. Je kunt bijvoorbeeld vragen of de aanvrager wel als netbeheerder opereert, of dat hij daar een ontheffing voor heeft gekregen. Daarnaast kun je nagaan of de aanvrager op de hoogte is van andere regels die gaan gelden zodra je met een kabel of leiding in openbare gronden gaat liggen. Denk hierbij aan registratie conform de Wibon.

Als de gemeente het belangrijk vindt om hierover alle ins and outs te weten, dan moeten we daar een onderzoekje naar verrichten. Vanuit dat onderzoekje zouden we een checklist kunnen opstellen waarmee de vergunningverlener de aanvraag kan afpellen.

Aanvulling op 26 maart 2019
Op deze vraag hebben wij op 26 maart 2019 nog de volgende aanvulling gegeven:

In de huidige tijdsgeest en in het licht van de energietransitie is het als gemeente verstandig om duurzame initiatieven te verwelkomen. Wel bieden deze ‘nieuwkomers’ diverse uitdagingen voor gemeenten ten opzichte van de ‘reguliere’ netbeheerders. Feit is dat als er kabels of leidingen in openbare grond worden aangelegd er een vergunning op basis van de AVOI benodigd is. Wij gaan er vanuit dat (in ieder geval een gedeelte van) de installatie gelegen is op openbare grond, dus dat er een vergunningplicht geldt. De toetsingscriteria staan benoemd in de AVOI. Daarnaast wordt er in de AVOI verwezen naar de informatieplicht van de aanvrager of er nog andere vergunningen of permissies benodigd zijn. Aan de hand van deze informatie kan worden beoordeeld of de aanleg van kabels en leidingen niet conflicteert met overige wet- en regelgeving.

Op basis van de wet- en regelgeving ten aanzien van bodemenergiesystemen (open of gesloten systemen) zal er een melding bij de gemeente of de provincie gedaan moeten worden. Ook bestaat de mogelijkheid dat er een OBM (omgevingsvergunning beperkte milieutoets) gedaan moet worden. Aan de hand van deze input kan er een afweging worden gemaakt of de aanleg van de WKO op correcte wijze kan worden gerealiseerd. Ook hebben een aantal gemeente een ‘verordening bodemenergiesystemen’ vastgesteld. Hier worden (interferentie)gebieden aangewezen voor de aanleg van bodemenergiesystemen. Als de gemeente Kampen een dergelijke verordening heeft vastgesteld dan is dat natuurlijk ook een indicator voor de toetsing.

Er blijven wel nog verschillende vragen openstaan die zeer specifiek zijn en nog nader onderzocht zouden moeten worden. Met name nu de gemeente aangeeft dat er alleen op dit moment al drie aanvragen binnen zijn gekomen. Zo is de enkele mededeling dat er geen sprake is van een netbeheerder wel heel erg kort door de bocht, zal de toetsing aan het Barim (activiteitenbesluit) hoogstwaarschijnlijk noodzakelijk zijn en bekeken moeten worden welk bestuursorgaan (de gemeente of de provincie) het bevoegd gezag is.

De regelgeving omtrent bodemvervuiling is rigide en enigszins complex. Zeker bij werkzaamheden voor kabels en leidingen, omdat het hier werkzaamheden betreft die (vaak) uitgevoerd worden in andermans gronden (openbare grond van de gemeente). De grondregel is dat 'de vervuiler' betaald, maar met dien verstande dat je als grondeigenaar aansprakelijk bent als deze vervuiler niet meer te traceren is. Als er in die gronden bodemverontreiniging wordt ontdekt en dit moet worden gesaneerd, dan staat de grondeigenaar (de gemeente) in principe aan de lat. Of gronden gesaneerd moeten worden is afhankelijk van meerdere factoren (onder andere de 'zwaarte' van de verontreiniging). Daarnaast is voor de aansprakelijkheid (als de gemeente niet de vervuiler is geweest) is het moment van verkrijging van de gronden een belangrijk criterium. Hieronder een korte opsomming over de aansprakelijkheid bij bodemverontreiniging (als je geen vervuiler bent):

  • Gekocht vóór 1975, dan is de eigenaar doorgaans niet aansprakelijk.
  • Gekocht tussen 1975 en 1983, dan is de eigenaar doorgaans alleen aansprakelijk als hij/zij van de verontreiniging had kunnen weten.
  • Gekocht tussen 1983 en 1990 dan is de eigenaar alleen aansprakelijk als hij/zij van de verontreiniging had kunnen weten. In deze periode wordt wél eerder van uitgegaan dat hij/zij het had kunnen weten.
  • Gekocht tussen 1990 en 1993 dan is een eigenaar in beginsel aansprakelijk met uitzondering van een bewoner of een ’kleine zelfstandige’.
  • Gekocht na 1993 is een eigenaar doorgaans altijd aansprakelijk.

Hierbij dient aangetekend te worden dat voor zogenaamde ’professionele’ aankopers (zoals de gemeente) strengere normen gelden.

Bij graafwerkzaamheden voor kabels en leidingen heeft de netbeheerder/grondroerder ook een zorgplicht. Er mogen geen ingrepen in de bodem worden verricht die de bodem kunnen verontreinigen of aantasten. Als er werkzaamheden worden verricht, zoals het aanleggen van kabels en leidingen, dient de netbeheerder/grondroerder deze zorgplicht in acht te nemen. Bij het overgrote deel van deze werkzaamheden is er sprake van enkel 'tijdelijke uitname van de grond' en hoeft er geen concrete sanering plaats te vinden. De netbeheerder/grondroerder kan volstaan met een BUS-melding en moet volgens deze voorwaarden werken.  Het wordt complexer als er een daadwerkelijke sanering noodzakelijk is. Dan moet de gemeente waarschijnlijk wel gaan acteren. Ik raad aan dit per geval te bekijken hoe dit aan te vliegen.

I.v.m. de aanleg van een duiker door de gemeente,  moet Alliander een gasleiding verleggen. Zijn er afspraken tussen de gemeente en de nutsbedrijven over de uitvoeringskosten (kostenverdeling)?

De gemeente heeft inderdaad regels opgesteld over vergoedingen voor netbeheerders als zij moeten verleggen vanwege een gemeentelijk project. Als een netbeheerder voldoet aan deze regels, kan zij aanspraak maken op een vergoeding. Het zijn dus geen onderlinge afspraken.

Het is afhankelijk van de situatie welke kosten er vergoed kunnen worden. Kort zijn er drie situaties:

Situatie 1: de te verleggen leiding ligt in het beheergebied van de gemeente (bijvoorbeeld in de berm). In dat geval worden een vergoeding berekend op basis van alle kosten. Essentieel hierbij is de leeftijd van de leiding. Al de leiding jonger is dan 5 jaar wordt in principe alles vergoed. Daarna loopt dit stapsgewijs. Als de leiding ouder is dan 15 jaar, dan heeft de netbeheerder geen recht meer op vergoeding (de netbeheerder moet de leeftijd aantonen).

Situatie 2: de te verleggen leiding ligt buiten het beheergebied van de gemeente. In dat geval worden de ontwerp- en begeleidingskosten en de uitvoeringskosten aan de netbeheerder vergoed. Materiaalkosten en kosten voor het in- en uit bedrijfstellen niet. Meestal komt dan de vergoeding neer op ongeveer 80% van de kosten.

Situatie 3: De netbeheerder heeft een zakelijk recht (opstalrecht). Als dit het geval is moeten alle kosten aan de netbeheerder worden vergoed.

Een ontwikkelaar wil een gemeentelijke duiker vergroten om te ontwikkelen percelen van een ligplaats te voorzien. Kabels en leidingen zullen dan geboord moeten worden. Nu vraagt de ontwikkelaar of de gemeente als opdrachtgever naar de nutspartijen op wil treden zodat er mogelijk om niet verlegd kan worden. Dat voelt niet goed omdat de rekening bij de nutspartijen (inwoners) komt te liggen terwijl alles ten faveure van de ontwikkelaar gebeurt en er geen algemeen belang is. Klopt dat juridisch ook?

Onze reactie hierop is:
Bij dit vraagstuk is het belangrijk om naar de veroorzaker te kijken. Dat de duiker van de gemeente is en dat door de aanpassing ervan kabels of leidingen verlegd moeten worden, betekent niet dat de gemeente veroorzaker is. In dit geval is het de wens van de ontwikkelaar om de duiker aan te laten passen. De ontwikkelaar is in dit geval de veroorzaker. Als er geen aanwijsbare publieke belangen mee gemoeid zijn, dan is het niet redelijk om vanuit de gemeente te verzoeken. De ontwikkelaar moet in dat geval zelf afspraken maken met de netbeheerders.

Bij de inrichting van een straat worden boomstobben verwijderd om de het trottoir toegankelijk te maken voor voetgangers maar ook om het tracé vrij te maken van obstakels voor het vervangen van de kabels en leidingen. Omdat de gasleiding, elektrakabel en data kabels ondiep liggen zijn de wortels om de kabels en leidingen heen gegroeid, dit geeft veel risico's bij het verwijderen van de stobben. Kan de gemeente alleen de boomwortels verwijderen die nodig zijn om haar werkzaamheden uit te voeren en dat de rest van de wortels door de netbeheerders gerooid wordt (wat nodig is) of heeft de gemeente de verplichting om het tracé vrij te maken?

Onze reactie hierop is:
Er komen een aantal argumenten aan de orde die het verwijderen van de stobben en wortels noodzakelijk maakt. Het gaat om de volgende argumenten:

  • stobben en wortels moeten worden verwijderd, zodat het trottoir weer voldoende ruimte geeft om te voldoen aan uitgangspunten die noodzakelijk zijn om voetgangersstromen op een veilige manier gebruik te laten maken van het trottoir;
  • de stobben en wortels moeten verwijderd worden, omdat netbeheerders werkzaamheden willen uitvoeren aan hun ondergrondse infrastructuur.

De vraag is of de gemeente kan volstaan met alleen die werkzaamheden, waardoor het trottoir functioneel wordt gemaakt aan de te verwachten voetgangersstroom of is de gemeente ook verantwoordelijk voor het verwijderen van de stobben en wortels die om de kabels en leidingen zijn gegroeid? Het is vaak niet mogelijk om op een schijnbaar simpele vraag ook nog eens een simpel antwoord te geven.

Bij goed algemeen bestuur behoort de taak om de gemeente leefbaar te maken en te houden voor de gebruikers van de gemeente, hieronder wordt ook verstaan het verwijderen van obstakels/objecten, in eigendom van de gemeente, die geen functie meer hebben, waaronder dus stobben en wortels van bomen. In dat kader is de gemeente in de basis verantwoordelijk voor het verwijderen van alle stobben en wortels in eigendom van de gemeente, dus ook de stobben en wortels die om de kabels en leidingen zijn vergroeit.

Aan de andere kant kan een (professioneel) netbeheerder weten dat naast het gebruik van het trottoir door ondergrondse infrastructuur er ook in of boven trottoirs objecten kunnen worden geplaatst die mogelijk belemmerd werken voor de aangelegde ondergrondse infrastructuur. Hieronder worden ook bomen verstaan. Over het liggen van ondergrondse netwerken in de nabijheid van bomen zijn over het algemeen standaard afstanden vastgelegd die vaak ook landelijk worden toegepast. Door ruimtegebrek zijn die afstanden niet altijd mogelijk. Er kunnen dan nadere afspraken gemaakt worden om de belangen van een ieder te beschermen.

De (professionele) netbeheerder en de gemeente kunnen weten dat er een mogelijkheid bestaat dat boomwortels kunnen gaan vergroeien met de ondergrondse infrastructuur. De aansprakelijkheid voor het vergroeien van de boomwortels is aan de hand van de geleverde informatie niet vast te stellen. Vooralsnog beperken we ons dan ook tot de vraag en proberen daar voor de gemeente een pragmatische oplossing voor te geven.

Voor het verwijderen van de risicovolle delen van de wortels kunnen partijen afspraken maken over het verwijderen van die delen. Mogelijke oplossingen daarvoor zijn:

  • Netbeheerder gaat vooraf aan het verwijderen van de stobben/wortels zijn ondergrondse infrastructuur vervangen, de gemeente verwijderd daarna de stobben/wortels en maakt afspraken over het verwijderen van die delen die risicovol waren voorafgaande aan het vervangen van de ondergrondse infrastructuur.
  • Gemeente verwijderd alleen de stobben/wortels die noodzakelijk zijn om het trottoir functioneel te maken voor de voetgangersstroom en maakt afspraken over de risicovolle delen, die door de netbeheerders worden verwijderd en afgevoerd.
  • Gemeente verwijderd alleen de stobben/wortels die noodzakelijk zijn om het trottoir functioneel te maken voor de voetgangersstroom en maakt afspraken over de risicovolle delen, die door de gemeente worden verwijderd en afgevoerd als de netbeheerders zijn ondergrondse infrastructuur heeft vervangen (denk hierbij ook aan de nieuw gelegde ondergrondse infrastructuur en bescherming tijdens verwijderen stobben en wortels).
  • Netbeheerders gaan de ondergrondse infrastructuur tijdelijk verleggen uit het werkgebied van de gemeente en na afloop van de werkzaamheden van de gemeente wordt de ondergrondse infrastructuur op de definitieve plek gelegd.

Het kan gebeuren dat partijen naar aanleiding van bovenstaande oplossingen in discussie komen over de kosten van het verwijderen van materialen. Als dat het geval is, dan zal er nader onderzoek gedaan moeten worden naar de omstandigheden en hoe de situatie tot stand is gekomen. Waren bijvoorbeeld de bomen er eerder dan de ondergrondse infrastructuur of is het andersom. Zijn de bomen op de juiste plaats geplant? Is de ondergrondse infrastructuur aangelegd zoals is afgesproken? Zo’n onderzoek gaan de nodige uurtjes kosten. Legal Infra kan hierin mogelijk behulpzaam zijn.

Er zijn eigenlijk twee vragen gesteld en wel de volgende :

  1. Kan ik een telecompartij op basis van de wet verzoeken om voor het realiseren van het plantvak zijn telecomkabel te laten verleggen?
  2. Moet een telecompartij voldoen aan elk verzoek van de gemeente?

Het makkelijkst is om met de laatste te beginnen. Ja, als je als gemeente een formeel verzoek indient tot het nemen van maatregelen, dan is de telecompartij verplicht om de werkzaamheden uit te voeren. Voor wie de kosten komen ligt aan het feit of je alle ‘vinkjes’ kunt zetten die behoren bij artikel 5.8 lid 1 op het moment dat je verzoekt en daarmee kom ik bij vraag 1 uit.

Even de regels op een rij:

Artikel 5.8 

  1. De aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk is verplicht op eigen kosten over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen van kabels, op verzoek van:
  1. degene op wie de gedoogplicht rust,
  2. degene die van de rechthebbende een huurrecht, of een recht van erfpacht of opstal, of een gebruiksrecht strekkende tot de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken heeft verkregen, voor zover deze maatregelen noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de in de onderdelen a en b genoemden
  • Uit jurisprudentie blijkt dat het alleen planten van een boom niet gezien kan worden als een “Uitvoering van een werk”. 
  • Maakt het planten van een boom bv. onderdeel uit van herstructurering of van de hoofdgroenstructuur van de gemeente dan kan het wel gezien worden als een “uitvoeren van een werk”.

De dikgedrukte woorden zijn cruciaal om van een telecompartij te mogen vragen dat hij de werkzaamheden op eigen kosten uitvoert. Het gaat hier om een plantvak voor een boom. De vraag die dan speelt is of het plaatsen van een boom valt onder het oprichten van een gebouw of het uitvoeren van een werk. Uit rechtspraak volgt dat alleen het plaatsen van een boom niet valt onder die criteria. Wanneer het plantvak onderdeel is van een reconstructie, waarbij bomen worden verplaatst of geplaatst, dan dient de reconstructie als geheel gezien te worden en dan is het wel het uitvoeren van werken.

Combineer je het bovenstaande dan kun je het volgende stellen. Ja, als je het verzoek formeel doet aan de telecompartij zal hij zijn kabel moeten aanpassen. Als het (ver)plaatsen van de boom onderdeel uitmaakt van een groter geheel dan moet de telecompartij dit op eigen kosten doen. Als het enkel de boom betreft dan komen de kosten voor de gemeente.

TenneT is de beheerder van het hoogspanningsnet, dus vergelijkbaar met Gasunie. TenneT is later ontstaan dan veel andere netbeheerders, waardoor zij geen overeenkomsten hebben met gemeenten. TenneT heeft juridisch precies dezelfde status als elke netbeheerder met een openbaar belang en is dus 'gewoon' en NUTS-beheerder.

Waar het spannend wordt, is de vraag waar je rekening mee dient te houden bij aanleg, beheer en mogelijk in de toekomst ook het verleggen van zo'n tracé. In de basis moet TenneT gewoon een vergunning aanvragen. Netten van TenneT zijn kostbaar en zij zijn gewend 'powerplay' te spelen richting grondeigenaren en beheerders. We zitten op dit moment met de situatie dat er een juridische kwestie wordt uitgevochten tussen netbeheerders en overheden, waarbij TenneT de voorloper is.

Spanningsveld: TenneT eist een zakelijk recht, om haar net goed te beschermen, ook bij verkoop aan derden (zakelijk recht, zoals opstalrecht, gaat mee bij verkoop). Een bestuursorgaan wil liever geen recht van opstal voor zo'n kabel. De reden hiervan ligt in de nadeelcompensatieregeling. Een zakelijk recht 'gaat boven' de nadeelcompensatiestaffel. Bij verlegging komen de kosten door zo'n zakelijk recht bij de verzoeker (gemeente in jouw geval) te liggen. Verleggen van hoogspanning tracés kost al snel een miljoen of meer.

Als je als gemeente weigert om een recht van opstal te vestigen, dan stapt TenneT naar de minister, om een gedoogplicht op te laten leggen (op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht). Het gaat de eerste lijn wat te buiten om hier alle ins and outs over te melden (en ik wil je niet in slaap typen), maar er is jurisprudentie en de situatie is zich steeds verder aan het ontwikkelen. Er lijken alternatieven te zijn om in het midden, of in ieder geval niet op het punt dat je in de toekomst een gigantische portemonnee moeten trekken, uit te komen.

Wat ons betreft moet hier tijdig over nagedacht worden en gekeken worden op welke manieren er onderhandeld kan worden met TenneT om te voorkomen dat je de volgende in de rij van gedoogplichtigen gaat worden. We willen de gemeente hier graag bij helpen. We hebben de ontwikkeling met belangstelling gevolgd en zien dat ook regionale beheerders langzamerhand op de gedoogplichtentoer gaan voor bijvoorbeeld transformatorstations.

Er zijn drie opties:

  1. Je laat het voor wat het is en ziet TenneT wel verschijnen. Weet dat ze om een zakelijk recht vragen en uiteindelijk - als je geen goed verhaal hebt - een gedoogplicht op kunnen laten leggen. Beide zijn gigantisch slecht voor je portemonnee.
  2. Je betrekt ons er vroegtijdig bij (gisteren), om vanuit de ervaringen en jurisprudentie alternatieven uit te werken die voorkomen dat je in de toekomst blut raakt. Uiteraard zijn wij niet goedkoop (het is een complex verhaal en er spelen zeer grote belangen), maar wij beloven dat we de miljoen niet zullen aantikken...
  3. We gaan proberen of we via het GPKL en/of andere gemeenten de uitdaging kunnen oppakken en zo de investering kunnen delen. Beter voor jullie portemonnee, maar onzeker en kan een tijdje duren voordat alle kikkers in de kruiwagen zitten.

De volledige vraag is als volgt. Er is een instemmingsaanvraag ontvangen van een telecompartij die in het lengteprofiel van een bestaand industrieterrein niet wil graven maar een groot aantal boringen achter elkaar wil toepassen.
Als gemeente zijn we niet blij met dit soort zaken omdat het de ordening in de ondergrond niet ten goede komt. We hanteren de NEN 7171.

Het is een tracé waar wel het een en ander aan uitdagingen in zit, je moet dan denken aan groenuitgifte, wat bomen, laadvoorzieningen van bedrijven. Het is echter wel zo dat het overgrote deel van het tracé gewoon gegraven kan worden.

Hoe, en op basis waarvan kunnen we tracés die redelijkerwijs gegraven kunnen worden ook gegraven krijgen? Of is dit een keuze van de aanvrager waar we als gemeente niet zo veel van kunnen vinden?

Dat is een interessante vraag! Er is ook geen pasklaar antwoord voor, maar we kunnen je wel het spanningsveld meegeven waarmee je naar een antwoord kunt toewerken.

In de vraag zit een standpunt: "Als gemeente zijn we niet blij met dit soort zaken omdat het de ordening in de ondergrond niet ten goede komt." Op dat punt zit hem de crux. Een aanbieder die volgens de NEN 7171 een tracé kiest, houdt rekening met andere kabels en leidingen (beïnvloeding) en kijkt naar omgevingsfactoren zoals bomen en andere obstakels.

De gemeente hanteert de NEN 7171 met het standaardprofiel. Daarin is de vaak voorkomende situatie bij nieuwbouw opgenomen, met meest gangbare diepteliggingen. Je ziet het al, het is geen wet van Meden en Perzen. Wat belangrijk is om te weten wat precies het belang van de gemeente is om zoveel mogelijk in open ontgraving te laten uitvoeren. Wat maakt dat een boring ‘erger’ is dan open ontgraving?

Het is best wel mogelijk om te sturen op dit soort kwesties. Het gaat er om dat je een – vooral technisch – gevoel hebt bij de zaken waar je op stuurt als gemeente en de belangen van de netbeheerder. Als je wat meer motiveert waarom je er last van hebt dan kunnen we wellicht meehelpen met het standpunt/besluit.

De vraag is dus nu eigenlijk; hoe, en op basis waarvan kunnen we tracés die redelijkerwijs gegraven kunnen worden ook gegraven krijgen? Of is dit een keuze van de aanvrager waar we als gemeente niet zo veel van kunnen vinden?

Bij de gemeente zijn een tweetal aanvragen binnen gekomen voor de aanleg van een glasvezelnetwerk op een middelgroot industrieterrein. De tekeningen zijn 1 op 1 op elkaar geprojecteerd en door de zelfde aannemer voorbereid. Met beide partijen is een gesprek geweest en het blijkt dat er geen afstemming geweest is en ze allebei zeker zijn van aanleg. We proeven heel sterk dat beide partijen eigenlijk niet willen samenwerken.De gemeente heeft aangegeven afstemming te willen hebben van de werkzaamheden en niet toe te staan dat het tracé 2 keer in korte tijd wordt gegraven. De gemeente beroept zich daarbij op artikel 5.12 van de Telecomwet en hoofdstuk 3.1 van hun AVOI. Beide teksten gaan over medegebruik.Wellicht kunnen wij als gemeente in beide instemmingsbesluiten extra voorwaarden verbinden aan wijze en tijdstip van uitvoering?

Onze reactie hierop is:
Het is inderdaad wat lastig om zonder extra handelingen over medegebruik te spreken. Er zijn verschillende aanvliegroutes en die zou ik ook gewoon met de betreffende aanbieders bespreken.

Jij bent als gemeente verantwoordelijk voor de coördinatie. Daarbij kun op verschillende gronden (openbare orde en veiligheid, voorkomen beperken van overlast, bereikbaarheid van gronden en ondergrondse ordening) voorschriften stellen aan de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering, bevorderen van medegebruik en het afstemmen van de werkzaamheden met andere beheerders. Op basis van de wet kun je de uitvoering ook 12 maanden uitstellen, mocht dit nodig zijn.

Op basis van de rol die je hebt als gemeente kunnen wij ons in deze situatie in ieder geval de volgende vormen van coördinatie voorstellen:

  1. Gezamenlijke aanleg. Op grond van het voorkomen en beperken van overlast en ondergrondse ordening mag je van de aanbieders verwachten dat ze hun werkzaamheden afstemmen en op één moment uitvoeren. Je mag niet van ze eisen dat ze één aannemer inzetten, maar je kunt wel sturen op het tijdstip en de wijze van uitvoering. Laat ze een gezamenlijk plan indienen en stem de instemmingsbesluiten daarop af.
  2. Een partij legt aan en neemt voorzieningen mee voor de ander, die deze overneemt of daarvan tegen een redelijke vergoeding gebruik maakt. Dit werkt alleen als ze uiteindelijk wensen samen te werken. Dit kan gebeuren doordat ze zien dat de eerste optie eigenlijk van de zotte is en ze dan maar beter gezamenlijk kunnen gaan.
  3. Als ze totaal niet samen willen werken of willen afstemmen, dan kun je het eerste instemmingsbesluit verlenen en vragen of de eerste extra voorzieningen meeneemt, die je weer kunt aanwijzen voor gebruik bij de tweede partij. Je kunt die voorzieningen wellicht ook zelf meeleggen, maar je zult goed moeten vastleggen dat je dat doet om overlast te voorkomen en niet vanwege commerciële redenen.

Overigens is artikel 5.12 er niet meer. Die is opgegaan in een heel hoofdstuk, 5a van de wet, met het implementeren van de WIBON.

Hoe moet er worden gereageerd op de stellingen van NONed. HIeronder staan de vragen met per vraag onze reactie.

Noned stelt dat de gemeente een VTA naar de nuts stuurt nadat de offerte van de nutsbedrijven is ontvangen.
De gemeente stelt: dat het (eventuele) offertetraject los staat van de VTA en het vaststellen van de DO.

Vraag:
Als de gemeente (na vooroverleg met de nuts) het ontwerp definitief heeft vast gesteld, dienen wij een VTA in bij de nutsbedrijven. Moet de gemeente voorafgaand aan de VTA ook financieel overeenstemming hebben over de verlegkosten?

Onze reactie is:
Het simpele antwoord is nee. Je hoeft niet eerst een offerte te hebben voordat je een VTA stuurt. Maar, helemaal zonder dat je een beeld hebt van de gevolgen van het VTA voor de kabels en leidingen een VTA versturen levert een onzorgvuldig besluit op. Hoe kun je de belangen afwegen als je geen beeld hebt van de impact? Daarvoor is het van belang dat je een beeld hebt van de kosten. Dit kan ook doordat je een inschatting door een specialist hebt laten maken, maar een raming van de netbeheerder is beter. Let op, het hoeft dus geen offerte te zijn; het gaat erom dat je een beeld van de impact hebt.

Noned stelt dat de tijd tussen ontvangst VTA en het daadwerkelijk verleggen minimaal 13 weken is. Geen maximum want dat is projectafhankelijk.
De gemeente stelt dat 13 weken het maximum is. De gemeente moet immers ergens van uit kunnen gaan in de voorbereidingsfase, de planning en doorlooptijd van  een project  kan/mag geen vraagteken meer zijn na indienen VTA. Na de VTA worden immers met andere partijen en stakeholders bindende afspraken gemaakt wat betreft planning.  Als er toch meer voorbereidingstijd nodig is voor de nutsbedrijven dan kan dat in overleg natuurlijk wel (bijv. bij een complex project). Maar die voorbereiding zal dan moeten plaatsvinden in een (voorafgaand aan indienen van de VTA ) gezamenlijk vastgesteld ander maximum aantal weken.

Vraag:
Is de afgesproken tijd tussen VTA indienen en start uitvoering nutsaannemer  een minimum of maximum aantal weken?

Onze reactie is:
Er is geen afgesproken minimum of maximum voor zover wij weten. Een verlegging is ook lastig aan vaste termijnen te hangen. Als een verlegging plaatsvindt door een natuurgebied dan betekent dit een vergunningprocedure van 26 weken. Je kunt dan moeilijk verwachten dat er in strijd met de wet wordt aangelegd. Zo kunnen er legio omstandigheden zijn die leiden tot een bepaalde verlegtermijn. Dat is precies ook wat je doet in de voorbereiding van een project. Je treedt vroegtijdig in overleg om de impact en termijnen te inventariseren, want als uit dat overleg komt dat je met een transportleiding zit die 1,5 jaar voorbereiding vergt, dan kun je gaan rekenen. Als het minimum dat ze aangeven 13 weken is, dan is dat vastgesteld aan de hand van omstandigheden en uitgangspunten. Als je die weet, zoals bijvoorbeeld vergunningverlening, dan kun je daar in specifieke situatie op sturen zodat je de planning kan verkorten.
Een maximum is dus niet zomaar te stellen en het opnemen in je voorbereiding van de 13 weken levert m.i. een valse zekerheid op. Beter is om vanaf de ontwerpfase in overleg te zijn met netbeheerders over wat de gevolgen zijn en hoe de planning eruit gaat zien.

Noned stelt dat de kosten engineering door nutsbedrijven worden vergoed door de gemeente.
De gemeente stelt kosten engineering worden alleen vergoed naar rato. Dus een % van het deel van de verlegkosten die voor rekening zijn van de gemeente.

Vraag:
Klopt het dat engineering in rekening gebracht kan worden en zo ja, is eenzelfde  percentage  als het percentage van de  totale verlegkosten dat voor rekening gemeente is, dan de juiste verdeelsleutel?

Onze reactie is:
Als we als uitgangspunt nemen dat de kabels of leidingen die verlegd worden allemaal in openbare gronden van de gemeente liggen, dan geldt de staffel van 15 jaar. De staffel geldt voor alle verlegkosten (materiaal, uit en in bedrijf stellen, ontwerp en begeleiding en uitvoering), dus ook voor engineerskosten.
Als een leiding met zakelijk recht ligt, of in gronden die niet door de gemeente worden beheerd (provinciale grond bijvoorbeeld, of privégronden), dan komen de kosten voor ontwerp en begeleiding en uitvoering voor vergoeding in aanmerking, waardoor op dat moment kosten van engineering dus wel voor vergoeding in aanmerking komen.

De vraag komt voort uit de volgende casus:

Als gemeente draaien wij zelf veel projecten in de stad. Naast deze projecten zijn er uiteraard ook zaken die in de gemeente worden uitgevoerd maar waar de gemeente geen initiatiefnemer of grondeigenaar is. Het gaat dan om bijvoorbeeld inbreidingsplannen die door projectontwikkelaars worden aangepakt en waar dus ook onze netwerkbeheerders mee te maken hebben.

Als gemeente geven wij altijd uitdrukkelijk aan dat we geen opdrachtgever zijn voor het verwijderen of verleggen van K & L. We zijn uiteraard wel betrokken als adviseur bij dergelijke projecten omdat de kennis op dit vlak bij ontwikkelaars nogal eens te wensen over laat.
Ergens in dit proces komt dan ook vergunningverlening aan de orde. Zowel netbeheerders als ontwikkelaars zien natuurlijk graag dat de gemeente een vergunning of instemming afgeeft binnen het projectgebied. De kabel- en leidingscoördinator worstel hier altijd mee, omdat op het moment van het verlenen van de vergunning of instemming de grond vaak niet in eigendom van de gemeente is maar van de ontwikkelaar. Soms is er nog een derde speler in het veld in de vorm van woningbouwverenigingen e.d.
Het is eigenlijk altijd wel zo dat de gemeente in een later stadium eigenaar wordt van de openbare ruimte en in die zin heeft de gemeente uiteraard wel belang bij goede ordening en aanleg. In de beleving van de coördinator kan hij formeel eigenlijk niet eens een vergunning of instemming afgeven in dergelijke situaties.

De gemeente verleent in dit soort gevallen vaak wel de gevraagde zaken om het maar pragmatisch op te lossen, maar er schuilt natuurlijk ook een gevaar in. Als een en ander niet goed wordt aangelegd of zaken veranderen gedurende het proces (het blijven ontwikkelaars) dan volgt er een driehoeks-discussie tussen netbeheerder, ontwikkelaar en gemeente. Dit is al eens voorgekomen bij deze gemeente.

De vraag is:
Hoe is dit formeel geregeld is en zijn er in den lande goede voorbeelden hoe hier praktisch doch zuiver mee om te gaan?

Onze reactie hierop is:
De vraag is hoe de gemeente, als toekomstig eigenaar van de gronden en belanghebbende bij goede orde en aanleg van kabels en leidingen, sturing kan geven aan netbeheerders en projectontwikkelaars bij de aanleg van kabels en leidingen op het moment dat de gemeente nog geen eigenaar van de gronden is.

Deze situatie komt veelvuldig voor en het klopt dat je geen vergunning kunt verlenen als er geen beheergebied is. Daarom moet je kijken naar alternatieven waarmee je hetzelfde doel bereikt. Naast beheer van de grond kun je bijvoorbeeld als eigenaar eisen stellen aan wat er in je grond gebeurt. Als je eigenaar bent van de grond kun je bijvoorbeeld aan de hand van een ligpermissie precies die afspraken maken die ook zouden gelden als er een vergunning wordt afgegeven.

Ben je geen eigenaar? Dan kun je een oplossing zoeken in de verhouding die je hebt met degene die na de werkzaamheden de grond aan de gemeente oplevert. Daarmee sluit je namelijk een overeenkomst. Als onderdeel van de overeenkomst neem je op dat de ontwikkelaar afspraken vastlegt met de netbeheerders en dat doet conform de Nadere regels van de gemeente. De ontwikkelaar wil natuurlijk de openbare ruimte kunnen opleveren aan de gemeente en heeft een belang bij een juiste afwikkeling van zaken.

Dus:
- Zet je eigendomsrecht in om eisen te stellen aan de ligging, overeenkomend met vergunningvoorwaarden
- Maak afspraken met de ontwikkelaar, overeenkomend met vergunningvoorwaarden.

Op het moment dat de grond openbaar wordt kun je de permissies omzetten in vergunningen, waarbij je de liggingsduur (voor je nadeelcompensatieregeling!) gaat laten lopen.

De gemeente is bezig met een grote renovatie van de gemeentelijke zwemaccomodatie. Het is de bedoeling dat bij het complex ongeveer 1300 zonnepanelen worden aangebracht.
Veel van de opgewekte stroom zal voor eigen gebruik zijn maar uiteraard zullen er ook momenten zijn dat er terug geleverd gaat worden aan het net.

Nu zegt netbeheerder Enexis dat door deze plannen ter plekke het elektranet inclusief de bestaande trafo aangepast moeten worden. Een behoorlijke kostenpost.

De vraag is:
Wie zal deze kosten moeten dragen? Is dat de initiatiefnemer voor het aanleggen van de zonnepanelen of heeft de netbeheerder hier ook nog een verplichting?

Onze reactie hierop is:
Door het plaatsen van de 1300 zonnepanelen heeft netbeheerder Enexis aangegeven dat zij het net inclusief de bestaande trafo moeten gaan aanpassen. Enexis beheert het midden- en laagspanningsnet in de provincie Overijssel en daarmee de gemeente. Zij bekleden hiermee een monopolie positie. De regels met betrekking tot netaansluitingen zijn daardoor erg strikt.

De Elektriciteitswet in combinatie met de Tarievencode elektriciteit geeft handvatten. De netbeheerder, in dit geval Enexis, is verplicht om te voorzien in een aansluiting in overeenstemming met de tarieven uit de Tarievencode elektriciteit.

Als het om een standaard aansluiting gaat hanteren zij het eenmalige aansluittarief. Dit tarief bestaat uit een bedrag dat is opgebouwd de volgende drie elementen:

  • een vast bedrag voor de verbreking van het net van de desbetreffende netbeheerder om een fysieke verbinding van de installatie van een aangeslotene met dat net tot stand te brengen (de knip)
  • een vast bedrag voor het installeren van voorzieningen om het net van de desbetreffende netbeheerder te beveiligen en beveiligd te houden (de beveiliging)
  • een vast bedrag voor het tot stand brengen van een verbinding met een maximale kabellengte van 25 meter tussen de plaats waar het net verbroken is en de voorzieningen om het net te beveiligen (de verbinding), aangevuld met een bedrag per meter voor elke meter meer dan die 25 meter.

Mocht de aansluiting geen standaardaansluiting zijn, gelden er andere tarieven. Je moet hierbij denken aan de volgende aansluitingen:

  • aansluitingen met een aansluitcapaciteit van meer dan 10 MVA
  • aansluitingen met een aansluitcapaciteit van meer dan 1 MVA en waarbij de aangeslotene de netbeheerder heeft verzocht om van de standaardaansluiting af te wijken
  • tijdelijke aansluitingen zoals bouwaansluitingen en aansluitingen voor kermissen en andere kortstondige evenementen

Op basis van de aangevraagde aansluiting kun je in de Tarievencode elektriciteit zien wat de kosten zijn. Wij weten op dit moment niet precies voor wat voor een aansluiting de aanvraag gedaan is. Gewoonlijk vallen netverzwaringen en andere aanpassingen aan het net van de netbeheerder niet onder kosten die in rekening gebracht kunnen worden bij de aanvrager.

Wil je dat wij dit voor je uitzoeken, wil je dit dan aan ons laten weten?

Tenslotte willen we nog meegeven dat de standaard aansluiting binnen een redelijke termijn moet worden gerealiseerd. Dit betekent binnen 18 weken nadat het verzoek om een aansluiting bij de netbeheerder is ingediend.

De gemeente maakt sinds 20017 gebruik van een nieuwe schadevergoedingsregeling. Na een gewenningsperiode bij met zowel onze eigen organisatie als onze nutspartners lijkt een en ander nu goed te werken. Ze komen er echter in toenemende mate achter dat Vitens heel slecht meedenkt in hun projecten. Stokoude waterleidingen worden in de projecten niet aangepakt waardoor deze in een later stadium veel lekkage veroorzaken. Oude (BB) leidingen  worden niet gerooid ondanks dat er in de vergunning aangegeven staat dat men dit wel gaat doen. Motivatie om niet te rooien is dan vaak: kan er niet bijkomen maar ook soms ronduit geen tijd of geen aannemer ter beschikking. Ondanks dat er op voorhand planningen worden overlegd waaraan iedereen zich conformeert.

Het lijkt er op dat de boel getraineerd wordt omdat men donders goed weet dat de pijn vaak bij het project terecht komt. Er zijn dus op dit moment eigenlijk 2 zaken aan de orde:

  •  In hoeverre kan de gemeente Vitens aan de gemaakte afspraken in de vergunning houden? Het lijkt makkelijk, maar doordat een en ander veel  vertraging op loopt weten ze donders goed dat de gemeente omwille van tijd wellicht bakzeil haalt. Zijn hier voorbeelden van in den lande?
  •  Op welke manier kan de gemeente Vitens zover krijgen dat ze stokoude leidingen toch gaan vervangen in de projecten? Nieuw beleid schijnt nu te zijn; als er een restlevensduur van 10 jaar of langer is wordt een leiding niet vervangen. Hoe kunnen we als gemeente borgen dat schade die hieruit voortvloeit op Vitens verhaald kan worden? In onze beleving hebben we het eigenlijk over onbehoorlijk beheer.

Onze reactie is:

De kwestie die de gemeente aanhaalt, komt helaas vaak voor. Er valt zeker iets tegen te doen.

  1.  In hoeverre kan de gemeente Vitens aan de gemaakte afspraken in de vergunning houden? Het lijkt makkelijk maar doordat een en ander veel  vertraging op loopt weten ze donders goed dat de gemeente omwille van tijd wellicht bakzeil haalt. Zijn hier voorbeelden van in den lande?

Het is belangrijk om het verwijderen van netten onderdeel te laten uitmaken van de primaire werkzaamheden. Je zult in gedachte moeten houden dat het niet het belang van Vitens is dat die leidingen eruit gaan. Het kost ze zelfs geld, dus ze staan er niet om te springen. Dit betekent dat je het belang hoger op de agenda binnen een project zal moeten plaatsen, als onderdeel van jullie eigen belang.

In zowel het geval dat je een VTA hebt gestuurd als het geval dat je een vergunning verleend hebt als Vitens (of een ander) zelf leidingen vervangt, kun je handhavend optreden tegen het niet nakomen van die besluiten. Handhaven kan alleen als het ook uitvoerbaar is uiteraard. Als je als project voldoende tijd gunt om werkzaamheden uit te voeren aan kabels en leidingen en je merkt dat er zaken niet gebeuren, dan zou je kunnen overwegen om de netbeheerder te gaan opvoeden. Dit kun je doen door een vooraankondiging te doen (briefje) met een herstelsanctie erin opgenomen. Aan een herstelsanctie kun je gevolgen verbinden, zoals een boete voor elke dag dat het langer duurt of je kunt besluiten zelf de leiding te verwijderen, op kosten van de netbeheerder.

2. Op welke manier kunnen we Vitens zover krijgen dat ze stokoude leidingen toch gaan vervangen in de projecten? Nieuw beleid schijnt nu te zijn; als er een restlevensduur van 10 jaar of langer is wordt een leiding niet vervangen. Hoe kan de gemeente borgen dat schade die hieruit voortvloeit op Vitens verhaald kan worden? In onze beleving hebben we het eigenlijk over onbehoorlijk beheer.

Wat vrij lastig gaat, is oordelen over het vervangingsbeleid van een netbeheerder. Als gemeente kan je afwegingen maken die bij jouw verantwoordelijkheid behoren, zoals ruimtelijke ordening, openbare orde en veiligheid. Een netbeheerder is wel gewoon aansprakelijk voor zijn net (risicoaansprakelijkheid 6:174 van het Burgerlijk Wetboek). Als gemeente zou je aan Vitens kunnen voorleggen dat het wat jullie betreft verstandig is om de leiding te vernieuwen (als je dit in een heel vroeg stadium, dus nog voordat je project start, al met elkaar bespreekt kun je wellicht de planningen nog net wat dichter naar elkaar schuiven). Je kunt ze netjes waarschuwen dat de weg straks nieuw zal zijn en dus een grotere waarde zal vertegenwoordigen op het moment dat de leiding gaat storen en voor schade gaat zorgen. Als zij het risico op hogere herstelkosten voor lief nemen dan is dat hun bedrijfsrisico.

Onder aan de streep is er dus veel mogelijk, maar dat betekent dat je het handhavingsinstrument goed moet gaan inrichten en consequent inzetten.

Technisch/procedureel bestaan er richtlijnen als de NEN 7171-1 en NPR 7171-2, waarbij beïnvloeding natuurlijk een belangrijk onderdeel uitmaakt van de ligging. Als het gaat om hoge druk dan komt het Besluit externe veiligheid buisleidingen om de hoek kijken en zal er in het bestemmingsplan rekening mee gehouden moeten worden door middel van vrije zones (groepsgebonden en plaatsgebonden risico). Je hebt voor leidingen in waterkeringen de NEN 3651. Juridisch gezien is er geen regel die bepaalt of een particuliere gasleiding wel of niet in openbare grond kan liggen, of mag liggen. Dat bepaal je als beheerder/eigenaar zelf. Wij kunnen ons voorstellen dat je er wel een andere vergunning voor verleent (eentje die nadeelcompensatie uitsluit als de leiding niet als NUTS wordt aangelegd) en qua openbare orde/veiligheid is het belangrijk dat de particuliere eigenaar de ligging borgt – daar dus expliciet op gewezen wordt – en laat zien dat hij snapt wat ligging in de openbare ruimte betekent qua verantwoordelijkheid.

Het antwoord is nogal afhankelijk van wat er allemaal gebeurt en op initiatief van wie. Verjongen van het winkelcentrum houdt vast niet op bij het verleggen van kabels en leidingen, dus zaken als oorzaak en causaal verband gaan hier een rol spelen (welke werkzaamheden zorgen er allemaal voor dat straatmeubilair verplaatst wordt en dat de markt er niet plaats kan vinden). Bij verjonging van een winkelcentrum gaat er daarnaast nog een publiek/privaat handelen oranje lampje branden bij ons. Wie is initiatiefnemer (wie zijn) en is het wel redelijk om alles via het intrekken van een vergunning te laten lopen (en dus voor rekening van een netbeheerder). Een juridisch sluitend antwoord is afhankelijk van veel omstandigheden zoals je ziet. Als dit nodig is dan kunnen we daar in adviseren, maar dan moeten we gaan zitten voor alle ins en outs. Uit de losse pols: kosten voor verplaatsing van straatmeubilair kan ons inziens op zich best onder verlegkosten worden geschaard onder omstandigheden. De verplaatsing van een markt lijkt ons te ver verwijderd van directe verlegkosten. Maar dit antwoord is niet zomaar toepasbaar zonder volledig beeld.