Als je dit netjes aangeeft bij de aanvraag voor een vergunning/instemmingsbesluit dan is het geen probleem. Een netbeheerder moet uiteraard rekening houden met het weer in oude staat herstellen van de sleuf. Hier gelden regels voor vanuit de Standaard RAW bepalingen. Als er speciale eisen gelden op een locatie dan kun je dat aangeven en dan heeft de netbeheerder de keus om daar een sleuf te graven, met als gevolg dat hij meerkosten maakt om het weer netjes te verdichten. De kosten komen voor de netbeheerder. Of je kosten voor de netbeheerder kan laten komen als de grond verkeerd verdicht is ligt aan de eisen die je ter plaatse hebt gesteld. Als het voor de netbeheerder niet duidelijk is geweest dat hij op die locatie afwijkend dient te verdichten, kan hij er niet voor aansprakelijk worden gesteld. Als hij zich niet heeft gehouden aan de eisen die zijn gesteld, dan wel.
Er zijn twee basisscenario’s te bedenken die de meeste lading dekken:
- Er wordt een kabel aangepast op verzoek van de gemeente en er staat een bankje in de weg. Verder is er geen enkele oorzaak waardoor het bankje weggenomen/teruggeplaatst dient te worden. Op dat moment vallen de kosten ons inzien onder het nemen van maatregelen en komen de kosten (als je uiteraard netjes aan alle criteria van 5.8 Tw voldoet) voor rekening van de aanbieder.
- Er wordt een kabel aangepast op verzoek van de gemeente en er staat een bankje in de weg. De kabel moet worden aangepast omdat de gemeente de weg verbreedt. Door de verbreding moet het bankje ook opschuiven. Hier ligt het in de rede om werk-met-werk te maken. De oorzaak van het verplaatsen van het bankje kan niet helemaal op de aanbieder worden afgewenteld.
Wat nog interessant is, is om de aanbreng van het bankje bovenop de kabel te noemen. Het ligt in de rede dat de gemeente de aanbieder, voordat er straatmeubilair op kabels wordt geplaatst, in staat stelt om hier wat van te vinden. Als ze er niet mee kunnen leven kunnen ze op dat moment kiezen om hun kabel te verplaatsten.
Zakelijke rechten zal een telecombedrijf niet snel hebben. De hoofdregel is dat de (gedoogplicht van de) Telecommunicatiewet de verhouding regelt. We zien wel eens dat er een zakelijk recht wordt gevestigd, maar dan is het bijvoorbeeld voor een kostbaar POP-station, of in verband met de verkoop van een groenstrook.
De volledige vraagt luidt: Een particulier wil een (bio)gasleiding aanleggen van zijn boerderij naar een bedrijventerrein. De leiding ligt gedeeltelijk in openbare grond. De netbeheerder Enexis Gas wil dit netwerkje niet opnemen in zijn grote netwerk omdat het te klein is en buiten zijn normale bedrijfsvoering (reparatie, verantwoordelijkheid etc. ) Moet de gemeente deze aanleg accepteren en wat zijn de voorwaarden voor deze particulier. De kans is groot dat over een paar jaar niemand meer weet van wie deze leiding is en wie verantwoordelijk is voor verleggingen en schades.
Onze reactie hierop is: Het lijkt ons niet goed mogelijk om te anticiperen op mogelijke faillissementen van bedrijven die biogasnetten willen aanleggen. De vraag speelt in een overgangsperiode in de wetgeving voor gas en elektra. Hierbij wordt de wet aangepast aan de ‘energietransitie’.
In zowel de bestaande als de nieuwe situatie ligt het belang waarop je stuurt in jouw vraag, bij de netbeheerders en de ACM. De ACM verleent ontheffing aan partijen die een net willen beheren en dit net niet willen overdragen aan de regionale netbeheerder. Wat ons betreft ligt daar ook de oplossing voor het vraagstuk. Voordat je vergunning verleent voor de aanleg wil je graag weten of het haalbaar is. Laat degene die iets wil aanleggen aantonen dat hij voldoet aan de eisen van de Gaswet en laat de netbeheerder adviseren, om een beeld te krijgen van de situatie.
Aanvulling op 12 maart 2019
Op deze vraag hebben wij op 12 maart 2019 de volgende aanvulling gegeven:
- Of je een private leiding toelaat is een keus die de gemeente maakt. Als het gaat om duurzame initiatieven adviseren wij om dit wel te doen (energietransitie).
- Als je private netten wilt toestaan dan is het logisch dat je je afvraagt hoe dat dan in zijn werk gaat, want je wil geen onveilige situaties. Hierbij moet je goed bedenken welke verantwoordelijkheid jij als gemeente hebt en waar de andere verantwoordelijkheden liggen.
- De netbeheerder is vanuit de wet (Elektriciteitswet, Gaswet, Warmtewet) verantwoordelijk voor de veiligheid en bruikbaarheid van zijn net. Er gelden vanuit de wet strenge eisen. Je kunt sowieso niet zomaar netbeheerder worden. Je zult ofwel aangewezen moeten worden als netbeheerder (dit zijn de Lianders, Cogassen, Enexisen etc.), of een ontheffing moeten hebben als 'particulier'. Daarnaast hebben de genoemde wetten een toezichthouder, de Autoriteit Consument en Markt (ACM) die strikt toezicht houdt.
- De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid en bruikbaarheid van de weg. Dit betekent - in ieder geval volgens de AVOI - dat jullie toezicht houden op de openbare ruimte, op de ondergrondse ordening en of alles daar wel veilig gebeurt.
Als je een aanvraag krijgt voor een vergunning, dan kun je als gemeente niet gaan toetsen op zaken die niet horen bij je taak. Het is dus niet mogelijk om eisen te stellen die de Gas- en Elektriciteitswet (en Warmtewet) stellen aan hoe een netbeheerder zijn net dient te exploiteren. Wel kun je op basis van jouw taak als hoeder van de openbare ruimte nagaan of je te maken hebt met een partij die op de hoogte is van zijn verantwoordelijkheden. Je kunt bijvoorbeeld vragen of de aanvrager wel als netbeheerder opereert, of dat hij daar een ontheffing voor heeft gekregen. Daarnaast kun je nagaan of de aanvrager op de hoogte is van andere regels die gaan gelden zodra je met een kabel of leiding in openbare gronden gaat liggen. Denk hierbij aan registratie conform de Wibon.
Als de gemeente het belangrijk vindt om hierover alle ins and outs te weten, dan moeten we daar een onderzoekje naar verrichten. Vanuit dat onderzoekje zouden we een checklist kunnen opstellen waarmee de vergunningverlener de aanvraag kan afpellen.
Aanvulling op 26 maart 2019
Op deze vraag hebben wij op 26 maart 2019 nog de volgende aanvulling gegeven:
In de huidige tijdsgeest en in het licht van de energietransitie is het als gemeente verstandig om duurzame initiatieven te verwelkomen. Wel bieden deze ‘nieuwkomers’ diverse uitdagingen voor gemeenten ten opzichte van de ‘reguliere’ netbeheerders. Feit is dat als er kabels of leidingen in openbare grond worden aangelegd er een vergunning op basis van de AVOI benodigd is. Wij gaan er vanuit dat (in ieder geval een gedeelte van) de installatie gelegen is op openbare grond, dus dat er een vergunningplicht geldt. De toetsingscriteria staan benoemd in de AVOI. Daarnaast wordt er in de AVOI verwezen naar de informatieplicht van de aanvrager of er nog andere vergunningen of permissies benodigd zijn. Aan de hand van deze informatie kan worden beoordeeld of de aanleg van kabels en leidingen niet conflicteert met overige wet- en regelgeving.
Op basis van de wet- en regelgeving ten aanzien van bodemenergiesystemen (open of gesloten systemen) zal er een melding bij de gemeente of de provincie gedaan moeten worden. Ook bestaat de mogelijkheid dat er een OBM (omgevingsvergunning beperkte milieutoets) gedaan moet worden. Aan de hand van deze input kan er een afweging worden gemaakt of de aanleg van de WKO op correcte wijze kan worden gerealiseerd. Ook hebben een aantal gemeente een ‘verordening bodemenergiesystemen’ vastgesteld. Hier worden (interferentie)gebieden aangewezen voor de aanleg van bodemenergiesystemen. Als de gemeente Kampen een dergelijke verordening heeft vastgesteld dan is dat natuurlijk ook een indicator voor de toetsing.
Er blijven wel nog verschillende vragen openstaan die zeer specifiek zijn en nog nader onderzocht zouden moeten worden. Met name nu de gemeente aangeeft dat er alleen op dit moment al drie aanvragen binnen zijn gekomen. Zo is de enkele mededeling dat er geen sprake is van een netbeheerder wel heel erg kort door de bocht, zal de toetsing aan het Barim (activiteitenbesluit) hoogstwaarschijnlijk noodzakelijk zijn en bekeken moeten worden welk bestuursorgaan (de gemeente of de provincie) het bevoegd gezag is.
Is het plaatsen van E-laadpalen in de openbare ruimte vergunningplichtig? Een E-laadpunt is een door derden geëxploiteerd verkooppunt van brandstof (elektriciteit ) dat rechtstreeks verbonden is met de netbeheerder Enexis (leverancier en transporteur van elektriciteit). Indien de aansluiting leiding minder is dan 25 m1 en er gegraven gaat worden voor de plaatsing van laadpaal, zal er dan minstens een melding van moeten worden gemaakt door de netbeheerder (Enexis)?
Onze reactie hierop is:
In de geldende AVOI van de gemeente staat vermeld: "...Het is verboden om zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit of verleende vergunning kabels en leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen...". Hieruit vloeit voort dat voor de aanleg van een kabel een vergunning nodig is. Als uit de nadere regels blijkt dat het werkzaamheden van niet ingrijpende aard zijn, kan worden volstaan met een melding.
Uit de vraag begrijpen wij dat de lengte minder dan 25 m1 is en dat is dus meldingplichtig. De melding moet worden gedaan door of namens de netbeheerder. In dit geval is dat dus Enexis. De laadpaal is, naar onze mening, geen onderdeel van het net van Enexis, omdat het niet onlosmakelijk verbonden is met dat net. In dat kader is de laadpaal zelf niet vergunning-/meldingplichtig op basis van de AVOI. Het kan natuurlijk wel zo zijn dat dit wel onder een andere gemeentelijke vergunningplicht valt, bijvoorbeeld op basis van de APV (of verkeersbesluit). Wij adviseren dat intern binnen de gemeentelijke organisatie af te stemmen.
De volgende oplossing is bedacht door de gemeente Zwolle.
De gemeente gaat een privaatrechtelijke overeenkomst aan met de eigenaar van de laadpaal en het netwerk.
In die overeenkomst zijn een aantal zaken geregeld die algemeen zijn, vanuit een modelovereenkomst van de VNG.
Daarnaast hebben we voor het netbeheer een aantal extra voorschriften opgenomen om zekerheidstelling van de Wibon te garanderen.
Het gaat dan om de volgende voorschriften.
- Het netwerk wordt door de gemeente ingemeten;
- De registratie in het kader van de Wibon wordt door de gemeente gedaan
- De eigenaar blijft verantwoordelijk voor zijn eigendom
- De kosten zijn € 300,- en daar hoort in de toekomst ook het opruimen bij.
- Bij toekomstige ontwikkeling en het dus mogelijk verleggen van het netwerk zal de eigenaar die kosten moeten dragen
Het ligt aan het nut en de bestemming van de door het Waterschap aan te leggen duiker.
Als de duiker gebruikt wordt om twee watertjes met elkaar te verbinden dan behoeft deze duiker geen vergunning (conform AVOI). Als de duiker gebruikt wordt om er kabels (en leidingen) doorheen te laten lopen dan behoeft de duiker wel een vergunning (conform AVOI).
De AVOI van de gemeente ziet toe op de ondergrond en daarbij in het bijzonder m.b.t.. kabels en leidingen. De AVOI ziet niet toe op het verbinden van bijvoorbeeld verschillende slootjes of watertjes. Een duiker maakt over het algemeen onderdeel uit van het kunstwerk of de weg, net als een tunnel.
Waar moet men rekening mee houden bij aanleg van glasvezel waarbij de kabel onder een openbare weg doorgetrokken dient te worden en waarbij de weg geen gemeentelijk eigendom is? Moet naast de vergunningaanvraag bij de gemeente ook de eigenaar toestemming geven? En welke partij doet de aanvragen?
Wie zien hier drie vragen:
- Waar moet 'men' rekening mee houden als er een glasvezelkabel aangelegd wordt onder een weg die privé eigendom is maar wel openbare grond?
- Moet de eigenaar van de grond ook toestemming geven?
- Welke partij doet de aanvragen?
Onze reactie hierop is:
1. Rekening houden
Waar de gemeente vooral rekening mee dient te houden is het feit dat er meerdere gedoogplichtigen zijn, die iets mogen vinden van de locatie en de uitvoeringswijze. Bij een openbare weg in beheer bij de gemeente zal de zeggenschap van de grondeigenaar misschien niet groot zijn, maar het is wel belangrijk om dit af te (laten) stemmen.
Als er een aanvraag voor een instemming binnenkomt, dan is het belangrijk om dus de verslaglegging van de overeenstemming ook op te vragen bij de telecomaanbieder, zodat duidelijk is wat er precies is afgesproken en dat er ook overeenstemming is bereikt.
2. Moet de grondeigenaar toestemming geven?
Ja, maar om precies te zijn dient er ´overeenstemming’ te zijn. Ook de privé eigenaar is gedoogplichtig (op basis van artikel 5.2 eerste lid van de Telecommunicatiewet). Met een gedoogplichtige – anders dan de gemeente – dient overeenstemming te worden bereikt op grond van artikel 5.3 van de Tw.
3. Welke partij vraagt aan?
De telecomaanbieder is degene die instemming aanvraagt of overeenstemming dient te bereiken met de gedoogplichtige en gemeente. Een telecomaanbieder kan dit in principe overdragen aan een ander (Volker Wessels Telecom, BAM Infra, etc.), maar dan dient er een ondertekende volmacht te zijn waarin dat staat. Zonder volmacht is het de telecomaanbieder die dit dient te doen.
Bij een gemeente worden zij vanuit Enexis geconfronteerd met nieuw beleid voor (herstel)werkzaamheden waarvoor aanvraag gedaan wordt in de OVL-portal. Enexis stelt dat bij een nieuwe aanvraag in de OVL-portal onderzoeksresultaten van een bodemonderzoek/quickscan moeten worden aangeleverd. Dit geldt overigens voor alle werkzaamheden waarbij grondroering aan de orde is, dus niet alleen binnen de OVL-portal.
Er wordt hierbij verwezen naar CROW 400 in onderstaande link:
https://www.enexis.nl/Zakelijk/Nieuwsbrief/OVL/april-2020/wie-is-verantwoordelijk-voor-bodemonderzoek-bij-OVL?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=email&utm_campaign=NB-OVL-april-2020-SB
Is dit mogelijk een eenzijdig beleid dat Enexis heeft ingevoerd en hoe moeten/kunnen gemeenten hiermee omgaan?
Onze reactie hierop is:
Kabels en leidingen en verontreinigingen speelt de afgelopen jaren steeds vaker een rol. Een eenduidig antwoord op deze vraag is lastig te geven, omdat het van meerdere factoren afhankelijk is. Het gaat dan bijvoorbeeld over wie is eigenaar van het OV-net? Wie is eigenaar van de lichtmasten? Is er een contract met de netbeheerder afgesloten voor beheer en onderhoud van de lichtmasten en het OV-net, of gaat alles of een deel via mijnaansluiting?
In de basis is de eigenaar van kabels en leidingen die opdracht geeft om werkzaamheden te verrichten aan zijn kabels en leidingen ook degene die verantwoordelijk is voor het verzamelen van (bodem) informatie. Deze taak kan door verschillende afspraken ook belegd zijn bij andere partijen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hierboven al eerder genoemde contracten voor onderhoud en beheer.
Een al te starre houding van de netbeheerder zou ook kunnen leiden tot een heroverweging om aanbrengen en onderhoud van de lichtmasten bij een andere partij neer te leggen, zeker als dit financieel veel interessanter is.
Wel signaleren we flinke financiële risico’s als deze ontwikkelingen zich op grote schaal doorzet en wij zetten onze vraagtekens bij de rechtmatigheid van het standpunt van Enexis. Het is wat ons betreft belangrijk om hier eens goed naar te kijken. Wellicht dat dit vanuit een groep gemeenten gezamenlijk opgepakt kan worden?
Er is ons geen aanpassing bekend die dat mogelijk heeft gemaakt. Gemeenten die dit wel doen lopen de kans om op de vingers getikt te worden. Dezelfde 'wildgroei' signaleren we ook met betrekking tot handhaving en bestuurlijke boetes. Daar zit een keuze in voor gemeenten, waarbij we wel tegenkomen dat gemeenten denken van twee walletjes te kunnen eten en daarmee het risico lopen dat ze voor bijvoorbeeld handhaving van de APV de politie als partij kwijtraken.
Ik denk dat de uitleg toentertijd vanuit mijn Roos en Bijl account is gebeurd, dus ik weet niet precies wat ik heb uitgelegd op dat moment. Dus voor de duidelijkheid het voor ons leidende standpunt (dit haal ik uit de "Handreiking kostentoerekening leges en tarieven 2010":
"Ter zake van het bevestigen, in behandeling nemen of accepteren van een ter uitvoering van een wettelijke verplichting gedane mededeling, melding of kennisgeving (verdiepingstekst 52, p. 194) kan geen leges worden geheven."
Verdiepingstekst:
Het in behandeling nemen van dergelijke kennisgevingen strekt namelijk niet tot het al dan niet toekennen van een door de indiener van de kennisgeving benodigde vergunning. Een melding of kennisgeving heeft ten doel om het bestuursorgaan in staat te stellen om te beoordelen of nadere eisen moeten worden gesteld en/of om de controle door of vanwege het bestuursorgaan te vergemakkelijken. Het niet inzenden van de kennisgeving betekent niet dat alsnog een vergunning noodzakelijk is. Evenmin worden de administratieve sancties van de betreffende wet van toepassing indien de kennisgeving niet gedaan wordt. De administratieve sancties worden namelijk pas van toepassing als na een ingestelde controle blijkt dat men niet voldoet aan de inhoudelijke voorwaarden. Het eventueel ingestelde onderzoek vloeit rechtstreeks voort uit het algemeen toezicht op de naleving van regelgeving voor zover dat toezicht bij het bestuursorgaan ligt. Voor zover daarbij mede het belang van degene die de kennisgeving heeft gedaan wordt gediend, is geen sprake van een aan de indiener van de kennisgeving rechtstreeks verleende dienst.
Tijdens de parlementaire behandeling van de Wet materiële belastingbepalingen is overwogen dat een melding of kennisgeving moet worden gedaan als een bepaalde activiteit in beginsel is toegestaan, doch om redenen van openbaar belang aanvullende voorschriften kunnen worden gegeven omtrent de wijze waarop de desbetreffende activiteit wordt ontplooid, dan wel kan worden beoordeeld of aan eventuele voorschriften is voldaan. In dat geval overheerst het publieke karakter en kan er niet worden gesproken van een door de gemeente verleende dienst
In deze casus kreeg een gemeente te maken met een perceel wat particulier eigendom is en een kabelexploitatiemaatschappij de opstalhouder.
Voor het vestigen van een zakelijk (onder opstal)recht vragen zij € 1500,-- per kabel en/of leiding. Klopt het dat een kabelexploitatiemaatschappij de rechten voor bijna alle nuts-en telecomvoorzieningen hebben?
Onze reactie hierop is:
Naar aanleiding van deze vraag hebben wij een kort onderzoekje uitgevoerd. Uit het kadaster blijkt dat de kabelexploitatiemaatschappij het volledige recht heeft op de strook grond (opstalrecht) en de grond ook weer in onder opstal kan en mag uitgeven.
Als dit in een eerder stadium gezien zou zijn, dan zou de positie van de gemeente gunstiger geweest zijn. Er is namelijk geen algehele verplichting om een recht van opstal te vestigen. De gemeente had kunnen aangeven dat er ook een uiterst middel als een gedoogplicht op basis van de Belemmeringenwet Privaatrecht mogelijk is. Omdat de tijd er nu niet is, is het meegaan met de eisen van de kabelexploitatiemaatschappij voor wat betreft de aanleg van de nieuwe leidingen waarschijnlijk het beste.
Voor de leiding die al in 1961 is aangelegd, hoeft geen zakelijk recht gevestigd te worden. In de akte staan enkele uitzonderingen:
(...) slechts drie (3) uitzonderingen gelden terzake van de absolute en exclusieve rechten van de Opstalhouder, te weten:
(a) voor de hierna genoemde railverkeer- en vervoersinfrastructuur gebonden kabels en leidingen ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Railinfratrust B.V., statutair gevestigd te Utrecht, kantoorhoudende te 3511 EP Utrecht, Moreelsepark 3, ingeschreven in het handelsregisters van de Kamer van Koophandel onder nummer: 30127443 (hierna: "Railinfratrust B.V.") en de aan deze laatste gelieerde ondernemingen voor railverkeer- en vervoersinfrastructuur, welke vennootschappen het recht behouden om ook na vijftien december tweeduizend tien (hierna: "Peildatum") nog nieuwe railverkeer- en vervoerinfrastructuur gebonden kabels en leidingen aan te leggen, terwijl de reeds aanwezige kabels en leidingen die door Railinfratrust B.V. en de aan deze laatste gelieerde ondernemingen zijn aangelegd in het kader van het railverkeer- en vervoerinsfrastructuur ongestoord kunnen blijven gelden en geldend gemaakt kunnen worden tegen een ieder;
(b) vóór de Peildatum, bevoegd door de rechtsvoorganger(s) van de Grondeigenaar aangelegde of toegestane aanleg van netwerken, welke zich in, boven, en onder de oppervlakte van het Registergoed bevinden en waarvan de eigendom vóór de Peildatum reeds is ingeschreven bij de Dienst voor het kadaster en de openbare registers door de bevoegde aanlegger;
(c) vóór de Peildatum, bevoegd door de rechtsvoorganger(s) van de Grondeigenaar aangelegde of toegestane pijpen, kabels, buizen en bijbehorende voorzieningen zoals pompinstallaties, aansluit- of inspectiepunten, markeringen, transformatorhuisjes, installaties, apparatuur of overige werken of opstallen ten behoeve van pijpleidingwerken.
Wij raden aan om (ons) een kadastrale recherche (quickscan) uit te laten voeren. Met zo'n quickscan kan het gesprek met zo'n partij plaatsvinden en heb je veel meer te vertellen.
Liander heeft het verzoek ingediend voor de aankoop van 18 m2 grond i.v.m. het oprichten van een traforuimte voor uitbreiding van een nieuwbouw wijk.
Aankoop van de grond door Liander zal voor gemeente nadelig zijn i.v.m. de verlegregeling. Wat is het alternatief? Vestigen van een zakelijk recht voor deze locatie?
Onze reactie hierop is:
Het gevolg van het verkopen van de grond, maar ook het sluiten van een zakelijk recht heeft gevolgen voor het in de toekomst verplaatsen van de ruimte en de kosten. Er zijn grofweg drie zaken die beter zijn om te voorkomen:
- Eigendom
- Zakelijk recht
- Gedoogplicht op basis van de Belemmeringenwet Privaatrecht
Het is belangrijk om te weten waarom Liander dit wil, zodat je kunt kijken naar alternatieven. Een traforuimte is een dure grap. Als Liander niet de zekerheid heeft dat de ruimte er lang kan staan, dan gaan ze die zoeken. Daar staat tegenover dat je als gemeente niet tot in lengte van dagen wil opdraaien voor de kosten van verplaatsing van de traforuimte.
Het antwoord ligt dus in de balans tussen beide belangen. Bij die balans moet je rekening houden met de manier waarop je eigen organisatie ingericht is op kabels en leidingen. Als Liander niet kan zien dat de gemeente al vanaf initiatiefase rekening houdt met de ondergrond, dan zullen ze je niet op je blauwe ogen gaan geloven dat je rekening met ze zult houden. Het alternatief dat op dit moment het best lijkt te werken is om voor te stellen om de traforuimte als ruimtelijk relevant op te nemen in het bestemmingsplan, met daaraan gekoppeld een 'aanlegvergunningstelsel'. Hierdoor kan Liander haar bezwaar tijdig laten horen. Het voordeel is dat dit er geen zakelijk recht is en je dus niet tot in lengte van dagen opdraait voor de verlegkosten.
Uiteraard is het goed om na te denken over hoe je het proces kabels en leidingen laat doordringen tot de vroegere fases van projecten. Het geeft de netbeheerder veel rust als ze zien dat hun belangen geborgd zijn.
Liander heeft het verzoek ingediend voor de aankoop van 18 m2 grond i.v.m. het oprichten van een traforuimte voor uitbreiding van een nieuwbouw wijk.
Aankoop van de grond door Liander zal voor gemeente nadelig zijn i.v.m. de verlegregeling. Wat is het alternatief? Vestigen van een zakelijk recht voor deze locatie?
Onze reactie hierop is:
Het gevolg van het verkopen van de grond, maar ook het sluiten van een zakelijk recht heeft gevolgen voor het in de toekomst verplaatsen van de ruimte en de kosten. Er zijn grofweg drie zaken die beter zijn om te voorkomen:
- Eigendom
- Zakelijk recht
- Gedoogplicht op basis van de Belemmeringenwet Privaatrecht
Het is belangrijk om te weten waarom Liander dit wil, zodat je kunt kijken naar alternatieven. Een traforuimte is een dure grap. Als Liander niet de zekerheid heeft dat de ruimte er lang kan staan, dan gaan ze die zoeken. Daar staat tegenover dat je als gemeente niet tot in lengte van dagen wil opdraaien voor de kosten van verplaatsing van de traforuimte.
Het antwoord ligt dus in de balans tussen beide belangen. Bij die balans moet je rekening houden met de manier waarop je eigen organisatie ingericht is op kabels en leidingen. Als Liander niet kan zien dat de gemeente al vanaf initiatiefase rekening houdt met de ondergrond, dan zullen ze je niet op je blauwe ogen gaan geloven dat je rekening met ze zult houden. Het alternatief dat op dit moment het best lijkt te werken is om voor te stellen om de traforuimte als ruimtelijk relevant op te nemen in het bestemmingsplan, met daaraan gekoppeld een 'aanlegvergunningstelsel'. Hierdoor kan Liander haar bezwaar tijdig laten horen. Het voordeel is dat dit er geen zakelijk recht is en je dus niet tot in lengte van dagen opdraait voor de verlegkosten.
Uiteraard is het goed om na te denken over hoe je het proces kabels en leidingen laat doordringen tot de vroegere fases van projecten. Het geeft de netbeheerder veel rust als ze zien dat hun belangen geborgd zijn.
Bij een rioolvervangingsproject in de gemeente is met Vitens discussie ontstaan over het tijdelijk terug brengen van verharding op de trottoirs. Vitens en Liander gaan vaak over tot vervanging van leidingen als de gemeente het riool gaat vervangen.
In de uitvoering gaan zij, vooruitlopend op het opbreken van de straat, de leidingen onder het trottoir vervangen. In verband met de bereikbaarheid van de woningen wil de gemeente dat de nutsbedrijven een tijdelijke verharding in de trottoirs aanbrengt. Vitens wil nu dat gemeente bij gaat dragen in de kosten voor het aanbrengen van tijdelijke verharding. Tot op heden heeft Vitens en/of Liander dit voor eigen kosten gedaan.
De vraag is:
Kan Vitens een bijdrage in de kosten eisen? Zij geven aan desnoods de vervanging van waterleidingen te stoppen
Onze reactie hierop is:
In het Handboek AVOI van deze gemeente is de regelgeving beschreven over het aanleggen, in stand houden en opruimen van kabels en leidingen in openbare gronden van de gemeente, waaronder ook de Schaderegeling ingravingen.
Volgens deze Schaderegeling ingravingen draagt de netbeheerder de kosten van herstel van verhardingen, die het rechtstreekse gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden van de netbeheerder zelf. Concreet is bepaald dat de gemeente niet hoeft bij te dragen aan de kosten voor de tijdelijke verharding. Uit de ontvangen mails blijkt eveneens dat de buurgemeenten dezelfde werkwijze hanteren en dat ook zij geen geldelijke bijdrage leveren voor het aanbrengen van de tijdelijke verharding.
Hierbij kan ten overvloede worden gemeld dat Vitens (en Liander) in ogenschouw moeten nemen dat zij de kosten voor het definitieve herstel (van het trottoir en de straat) niet (of slechts gedeeltelijk) hoeven te betalen.
Een gemeente wil de AVOI 2020 publiceren op overheid.nl. Op welke wettelijke grondslag mag een gemeente de AVOI vaststellen?. Deze vraag wordt gesteld bij de publicatie op overheid.nl
Onze reactie hierop is:
De gemeente moet op basis van de Telecommunicatiewet een verordening vaststellen met betrekking tot het verrichten van werkzaamheden.
Dit kan gedaan zijn door het opstellen van een AVOI.
Daarnaast kan de gemeente op basis van de Gemeentewet verordeningen maken die zij in het belang van de gemeente nodig oordeelt.
De gemeente mag de AVOI dus vaststellen op grond van de:
1. Telecommunicatiewet, art. 5.4 en
2. Gemeentewet, art. 149
In een straat in Purmerend hebben bewoners collectief een bouwaannemer ingeschakeld om nieuwe fundering aan te brengen. In deze straat zijn geen voortuinen, de gemeentegrens loopt tot aan de gevel. De nieuw aan te brengen funderingsbalk komt ca. 70 centimeter buiten de gevellijn te lopen. Kabels en leidingen moeten worden verlegd over een afstand van ca. 25 m1. Welke partij is verantwoordelijk voor de opdrachtverstrekking (VTA) en de kosten die daar uit voortvloeien?
Onze reactie is:
Een aantal bewoners hebben collectief het initiatief genomen om door een bouwaannemer een nieuwe fundering te laten plaatsen. De werkzaamheden zijn dus een initiatief van een aantal bewoners en niet van de gemeente Purmerend. Het bewonerscollectief of de bouwaannemer namens dit bewonerscollectief zal aan de netbeheerders een verzoek moeten indienen om de k&l te verleggen en zullen daar ook de mogelijke kosten voor moeten dragen. Het gaat in dit geval om een particulier initiatief, waarbij het algemene belang niet van toepassing is.
Voor het opruimen van de te verwijderen k&l en het aanleggen van de nieuw aan te leggen k&l of voor het verplaatsen van bestaande k&l zullen de netbeheerders een vergunning dienen aan te vragen bij de gemeente Purmerend. Op dat moment zal gemeente met de netbeheerders gezamenlijk kijken naar een nieuw tracé.
De gemeente is dus niet eerder in beeld, dan bij de vergunningaanvraag.
Een belangrijk aandachtspunt is wel:
Houdt bij het zoeken naar een nieuw tracé rekening met toekomstige ontwikkelingen, zoals meer elektriciteitskabels, een mogelijk warmtenet, meer bomen, regenwateropslag e.d.
Op een voormalige schoollocatie ligt een waterleiding. De gemeente gaat dit perceel overdragen aan een projectontwikkelaar die er woningen op gaat bouwen. De gemeente moet het perceel opleveren vrij van kabels en leidingen. Vitens wil kosten voor verleggen bij gemeente in rekening brengen. Kan in deze situatie de Nadeelcompensatieregeling en de Nadere Regels toegepast worden?
Onze reactie is:
De eerste vraag die van belang is, is:
- wat is de reden van verkoop van de grond?
a. Heeft een projectontwikkelaar de gemeente benadert met de vraag, ik zie braakliggende grond en mag ik daar iets op gaan bouwen?
b. Of heeft de gemeente voor de voormalig schoollocatie het bestemmingsplan aangepast naar woongebied en vervolgens een projectontwikkelaar benaderd?
Is er sprake van situatie a, dan kan de Nadeelcompensatieregeling en de Nadere Regels niet worden toegepast. Het verwijderen van de waterleiding is dan niet in het algemeen belang. Er zal dan met de projectontwikkelaar om de tafel gezeten moeten worden en zullen de kosten voor het verwijderen van de leiding door het project gedragen moeten worden.
Is er sprake van situatie b, dan is de vervolgvraag:
- Is de waterleiding een distributieleiding?
- Is de waterleiding destijds aangelegd ten behoeve van de school, is er sprake van een huisaansluiting?
Is er sprake van situatie 1, en is er sprake van een algemeen belang, dan kan de gemeente middels een VTA (Verzoek tot Aanpassing) Vitens verzoeken de leiding te rooien en de Nadeelcompensatieregeling toepassen.
Is er sprake van situatie 2, dan zal de gemeente de aansluitovereenkomst die destijds met Vitens is gesloten, moeten raadplegen en kijken wat volgens deze aansluitovereenkomst is afgesproken over het aanpassen/verwijderen van een waterleiding. Afhankelijk van wat in deze overeenkomst staat, zal Vitens om een offerte verzocht moeten worden. De kosten zullen o.b.v. deze offerte door de gemeente betaald moeten worden, de Nadeelcompensatieregeling en de Nadere Regels kunnen hier niet toegepast worden. Wij adviseren wel om goed te kijken naar de voorwaarden voor huisaansluitingen en nagaan of de tarieven die Vitens kan rekenen gemaximeerd zijn.